Updates overzicht

Gevolgen prijsstijgingen voor regeling bouwkundige schade

Onvoorspelbare prijsstijgingen vragen om andere aanpak bouwkundige schade

De stroomversnelling waarin de inflatie sinds maart 2020 is geraakt, leiden bij de regeling van met name bouwkundige schade tot nieuwe vraagstukken. De hoge energieprijzen en de tekorten aan grondstoffen en personeel vormen een complex speelveld. In dit artikel geven we inzicht in dat speelveld en de ontwikkelingen. Ook adviseren we hoe we hier in de verzekeringsbranche mee om kunnen gaan.

Sinds de coronauitbraak in 2020 wordt de samenleving geconfronteerd met grote prijsstijgingen in de bouw. Tijdens de lockdowns gingen mensen massaal aan de slag met verbouwingen en onderhoud van hun woningen en verfraaiing van hun tuinen. Aannemers kregen het hierdoor enorm druk, net als de bouwmarkten en woninginrichters. Met name de prijzen van hout, staal en isolatiemateriaal schoten omhoog.

Een extra complicatie is dat, ondanks de grote vraag, ook Bouwend Nederland met problemen kampt. Enerzijds door de normering rond PFAS en stikstof, waaraan bouwvergunningen zijn gekoppeld. En anderzijds door schade als gevolg van vertragingen en overschrijding van bouwtermijnen. Deze schade is lastig te verhalen en voor een groot deel terug te voeren op personeelstekorten door ziekte, quarantaine en de reisrestricties. 

Nieuwe dimensie door oorlog

Waar corona vooral invloed had op de beschikbaarheid van bouwmaterialen en vakmensen, heeft de oorlog in Oekraïne een heel andere dimensie toegevoegd aan de prijsstijgingen. Want door de beperkte levering van olie en gas en de verstoorde aanvoer van grondstoffen wordt nu de productie geraakt. We zijn namelijk ook voor grondstoffen als staal, klei, aluminium en hout erg afhankelijk van Rusland en Oekraïne. Hogere energieprijzen en schaarste aan grondstoffen drijven de kosten enorm op.

Tekorten versterken elkaar

Staal- en aluminiumproducenten verbruiken veel energie. Maar ook voor het maken van tegels voor badkamers en keukens moeten de gasovens tot temperaturen van boven de 1 000 graden worden verhit. Daarnaast is de leverantie van klei uit Oekraïne onzeker, dus wordt de tegelmarkt van twee kanten geraakt en prijsstijgingen van 30 tot 40% zijn geen uitzondering.

Door de sancties die aan Rusland zijn opgelegd, is de levering van hout uit dat land helemaal weggevallen. Scandinavië en de Baltische Staten proberen hun productie op te voeren, maar dat zal niet voldoende zijn om het gat te dichten en schaarste dreigt.

Beïnvloedende factoren op een rij

Het is duidelijk dat de prijsstijgingen een opeenstapeling zijn van factoren die het schaderegelingsproces sterk beïnvloeden. Hoe moet je als expert op een ‘traditionele’ wijze een schade regelen, als Bouwend Nederland aannemers adviseert geen vaste prijzen af te geven voor meer dan één week, omdat de prijsstijgingen niet meer zijn bij te benen?

Bouwkosten worden onder andere beïnvloed door:

  • De schaarste aan en hoge kosten van energie.
  • En daarmee de kosten van bouwmaterialen waarvoor in het productieproces veel energie nodig is, zoals glas, bakstenen en staalconstructies.
  • Beperkte beschikbaarheid van grondstoffen zoals grind, zand en cement voor betonproducten, maar natuurlijk ook hout en dergelijke.
  • De instabiele valutamarkt, met grote koersschommelingen.
  • De beschikbaarheid van voldoende vakmensen in de bouw.
  • Het gebruik van lichtere en bij voorkeur elektrische transportmiddelen om schade aan infrastructuur en kades in steden te voorkomen – waardoor vaak meer transportbewegingen nodig zijn.

Terwijl de schaarste de bouwkosten opdrijft, zou de opgelegde bouwstop die druk weer kunnen verminderen. Wat de gevolgen van het stikstofvonnis van afgelopen april voor al afgegeven bouwvergunningen zijn, is vooralsnog onduidelijk.

Overigens gaan verschillende EU-landen anders om met het dreigende gastekort. In Frankrijk worden fabrieken gesommeerd hun productie aanzienlijk te beperken door de productie enkele dagen per week stil te leggen. Deze maatregel beperkt het energieverbruik, maar zorgt ook voor een tekort aan materialen.

Prijsontwikkelingen sinds de coronauitbraak

Hoe kun je al die gevolgen uitdrukken in cijfers? Het onderstaande overzicht is gebaseerd op de input- en outputprijsindexcijfers voor nieuwbouwwoningen van het CBS. De definities die het CBS hanteert, vindt u onder het overzicht. We kiezen voor deze cijfers, omdat ze openbaar zijn. Arcadis (BDB) publiceert ook indexcijfers voor bouwkosten, maar daarvoor is een abonnement nodig. Daarnaast hebben verzekeraars in het verleden gekozen voor met name het outputindexcijfer van het CBS.

Overigens is het inputindexcijfer voor verzekeringen op basis van een index meer geschikt, omdat in het inputindexcijfer de marktwerking niet wordt meegenomen. En die marktwerking is bij het regelen van schades praktisch niet van toepassing.

De cijfers in het onderstaande overzicht spreken voor zich en laten zien dat het verzekeren van opstallen geen sinecure is. Het verschil tussen outputindex en inputindex voor nieuwbouwwoningen is duidelijk zichtbaar in de kolommen “bouwkosten totaal”. Het uitgangscijfer is 100 in het jaar 2000. Het verschil in 22 jaar tijd tussen input- en outputprijs bedraagt dan 15,0% (180,1 : 156,5)!

Let op: onderstaande cijfers gaan over het ‘mandje’ loon en materiaal voor nieuwbouwwoningen. Voor industriële opstallen kan het indexcijfer sterk verschillen omdat het mandje daarvoor een heel andere samenstelling heeft.

Definities indexcijfers volgens het CBS

Inputindex: Deze index bevat uitsluitend directe kosten, zoals arbeid, materiaal en materieel. Dat betekent dat de ontwikkeling van de vaste algemene kosten en de economisch afhankelijke percentages winst en risico geen invloed hebben op de index. Daarom is dit indexcijfer bij uitstek geschikt om de prijsontwikkelingen van al gegunde opdrachten door te rekenen.

Outputindex: Deze index bestaat uit algemene kosten, winst en risico. Dit indexcijfer wordt gebruikt voor het indexeren van budgetten en begrotingen voor woningbouw, als de opdracht voor het bouwen nog niet is gegund. Hiermee wordt de marktontwikkeling van de bouw in het budget of begroting meegenomen.

Voor de volledigheid voegen we de volgende tabellen toe, die zijn gepubliceerd door overstappen.nl en de NOS.

Ontwikkeling indexcijfers: bumpy ride

Gezien de huidige onzekerheden, kunnen de genoemde cijfers alleen als indicatief worden beschouwd. Wat de indexcijfers gaan opleveren voor de rest van het jaar is heel onzeker en sterk afhankelijk van wat er in de wereld gebeurt op de energie- en grondstoffenmarkt.

Door de verstoorde internationale verhoudingen, lijkt het einde van de prijsstijgingen nog niet in zicht. Een verdere stijging van de indexcijfers is op zijn zachtst gezegd niet onaannemelijk. Het meest waarschijnlijke scenario is dat het een ‘bumpy ride’ wordt, waarbij het inputprijsindexcijfer stijgt van 180,10 in mei 2022 naar minimaal 200 eind 2022.

Verzekeraars zouden er goed aan doen de indexcijfers op de voet te volgen om hun premie-inkomsten op peil te houden.

Bouwkundig schade-expert aan zet

Nu we de uitdagingen hebben gedefinieerd, rijst de vraag: hoe gaat de schade-expert hiermee om bij het behandelen van een bouwkundige schade?

De situatie vraagt veel van het initiatief en de daadkracht van de expert. Nu offertes van aannemers beperkt prijsvast zijn, moet de offerte in heel korte tijd worden beoordeeld. Ook is snelle terugkoppeling naar de verzekerde cruciaal. Die zal immers snel actie moeten nemen, om niet met hogere kosten te worden geconfronteerd, waarin de schadevergoeding niet voorziet. Vertraging in de opdrachtverstrekking door verzekerde aan de aannemer kan immers leiden tot prijsstijgingen. Door die terugkoppeling per email te doen, wordt deze vastgelegd. Dit is daarom standaardprocedure bij Woodgate & Clark.

Ook moet met de verzekerde worden besproken of een voorschot op de schade-uitkering moet worden aangevraagd. Dit omdat een aannemer bij omvangrijke bouwprojecten in termijnen laat betalen en bij opdrachtverstrekking vaak al een eerste termijnfactuur stuurt. Maar voordat die kosten kunnen worden beoordeeld, moet er inzicht zijn in alle feiten en omstandigheden van de toedracht en oorzaak. Er moet immers over de dekking geen twijfel bestaan als de opdracht wordt verstrekt en een voorschot wordt aangevraagd. Dit betekent dat de expert de feiten snel en met zekerheid in kaart moet zien te brengen.

Bij heel omvangrijke herstelprojecten kan een gefaseerde opdrachtverstrekking uitkomst bieden. Een bouwproject wordt dan in verschillende deelopdrachten opgeknipt. Zo hoeft de aannemer geen aannames te doen over mogelijke prijsstijgingen later in het project. Ook kan hierdoor een offerte sneller beoordeeld worden.

Daarnaast doet de expert er goed aan om met de aannemer te overleggen over de beschikbaarheid van bouwmaterialen. Beschikt de aannemer over voldoende voorraden, zodat er geen vertragingen ontstaan? De expert zou bij de aannemer voorraden kunnen reserveren. Zijn er geen voorraden, dan loont het zich misschien om materialen bij andere leveranciers, bijvoorbeeld uit het buitenland, aan te schaffen. Een andere oplossing is toepassing van gebruikte bouwmaterialen. Voor een houten balklaag die aan twee zijden wordt afgewerkt, maakt het immers niet uit of die balken nieuw of gebruikt zijn.

Het is duidelijk dat deze situatie veel vraagt van de deskundigheid, het initiatief en de creativiteit van de schade-expert. Bovendien wordt er nog meer gevraagd van de communicatieve vaardigheden van een bouwkundig expert, die alle partijen mee moet krijgen in de aanpak. De experts van Woodgate & Clark zoeken met u en uw verzekerden altijd naar de beste oplossingen om de schade goed en snel te regelen.

Wilt u meer informatie over de indexcijfers en hoe wij schades regelen? Wij horen graag van u!

U kunt contact opnemen met Erwin Dijkhuis; 06-1003 7249, erwin.dijkhuis@woodgate-clark.nl of met Ferry Kassir; 06-2500 7439, ferry.kassir@woodgate-clark.nl